Briefing 2018-5
Wat te delen?!
(Jazeker, kijk maar vast even onderaan deze brief :-))
Lieve Jij,
Prachtige, klinkende en openhartige reacties kreeg ik na de vorige Briefing. Dankje wel.
Je nam me mee in jouw zienswijze over waarheid en waarneming. Maakte zorgvuldig onderscheid in je beoordeling: Is ie positief of negatief? Voor jou een kenmerk of het om een vervulde of een onvervulde behoefte gaat.
Je schreef me dat wat je wil geloven en ervaren voor jou een -bewuste en afgewogen- keuze is. Net zolang tot zich een ander inzicht voordoet en je de vrijheid voelt om opnieuw te kiezen.
Inderdaad kunnen we er boeken over vol schrijven. Ieder boek zal gaan over persoonlijke inzichten, belevingen en ontwikkelingen. Onze boeken zullen ieder uniek zijn en zolang we kunnen en blijven schrijven, zijn ze nooit klaar. Onze verhalen weerspiegelen ons verlangen, behoefte en blinde vlekken. Vertellen waarover we struikelen of over wat we gaan doorzien, wanneer we ontdekken wat de bron van dat gedoe is. En (spoiler alert!) die bron zit in ons zelf! Maar ik geloof steeds meer dat onze verhalen slechts symbolen zijn. Rooksignalen die hooguit richting het vuur wijzen.
Als je mij en mijn werk een beetje kent, zal het geen verrassing zijn dat ik liever vertrouw op dat wat je voelt. Emotionele of lichamelijke druk vertellen je precies hoe en waar je beleving op vastloopt. Het blijft alleen behoorlijk lastig om die signalen onbevangen (voor) waar te nemen. Om er zonder oordeel naar te luisteren. Zo snel pakken opvattingen, redenaties, verklaringen alles weer in.
Het recept van
Onbevangen
Ontvangen,
Verstaan
van al dat gevoelde is voor mij de weg om je van binnenuit te bevrijden van de opgelegde, aangenomen kooi van patronen, normen en regels.
Nou toe maar! Onbevangen verstaan, bevrijding, dat klinkt toch tamelijk verheven, hè?
Want eh.. hoe doe je dat dan?
En nee, ik heb zeker niet de pretentie jou te vertellen hoe je het moet doen. Ik kan je wel mee laten kijken bij hoe het voor mij werkt.
Bijvoorbeeld (en dit heb ik echt niet van tevoren bedacht)….
Nu ik je aan het schrijven ben, voel ik me in een enorm woorden-bad. Woorden spartelen, spatten uit elkaar, rijgen aaneen in zinnen. Ik kan daar heerlijk in dobberen, vooralsnog raakt het kant noch wal. Maar ik speel lekker en al duurt het even, het komt vast goed.
Hmm, zegt mijn ‘hoofd’, een duidelijk gevalletje uitstelgedrag.
Ja, zeer herkenbaar! Ik ga dan ‘spelen’ met dat wat gedaan moet worden. Maak er, wellicht een te groot, verhaal van. Wissel onderwerp met lijdend of meewekend voorwerp, mijn met dijn, neem woorden letterlijk of figuurlijk. Net zolang tot ik er een (mijn 🙂 logica en zin van zie. Je kunt het creatief noemen of magisch denken of zelfs naïef.
Meer en meer realiseer ik me dat het nog steeds een gedachtenspelletje is, bedacht gevoel. Het verhaal als uitgangspunt nemen en wegduiken van ‘waar het wezenlijk om draait’. Met veel woorden deel ik weer een nieuw gezichtspunt, vertel je enthousiast hoe je het ook kunt beschouwen, maar nog steeds blijft het verhaal centraal.
Oei, dat is wel een inzicht! (ja, echt nu hoor. Nu ik je dit schrijf).
Er gaat opeens een kwartje vallen. Raar genoeg heel langzaam, het komt van ver en lijkt op z’n gemakje eens rond te kijken waar het zal landen. Ken je dat, zo’n eeuwigheidsmomentje als je, onverhoopt, aan het vallen bent?
Nee, niet wegduiken dus. Er ín duiken. Zoeken naar wat onder het verhaal, die betoverende bespiegeling ligt. Dat is de uitdaging, waarvan ik je nu live verslag ga doen.
Het schrijven van deze Briefing heeft dagen geduurd. Ben zes keer opnieuw begonnen, heb minstens duizend woorden geschrapt, het aanvankelijk bedachte onderwerp liet zich maar niet vangen.
Ik voel een weeïg gevoel in mijn maag, mijn hart klopt in mijn keel en ik heb jachtige gedachten “vooruit, die Briefing moet nu de deur uit!”. Ik loop steeds van mijn laptop weg. Móet echt inspiratie opdoen in de tuin, drink nog een kopje thee, lees een opeens o zo interessant boek en voel me tegelijk de hele tijd schuldig naar jou. Ik maak mijn belofte om je brieven te sturen niet waar en vind mezelf een loser! (typisch #uitstelgedrag)
Natuurlijk bedenk ik van alles. Instant oplossingen: ik moet eerst gaan afwassen, hardlopen, boodschappen doen. Door afleiding en beweging zal de juiste tekst zich wel openbaren. Maar het helpt niet. De onrust blijft. Ik kan er niet meer aan ontsnappen, er voor wegduiken of het maskeren.
Ik moet er ín.
Waar loop ik toch steeds voor weg?
Wat of waar wil ik niet aan?
Het is te groot, overweldigend, ik zie vlammende ogen. Die zetten kracht bij aan het luide boze bevel dat ’je doet nú wat ik je zeg, anders ben je nog niet jarig’. Ik (ben) voel me klein, in het nauw gedreven, doodsbang. Kan geen kant op. Als ik doe wat gezegd wordt, ben ik gekooid, geharnast, beneemt het me adem, kleur, plezier. Maar als ik het niet doe, ben ik ten dode opgeschreven. Ik vrees de, blijkbaar gekende, onherroepelijke excommunicatie, buitensluiting, achtergelaten te zijn in duistere kille oneindige eenzaamheid.
Langs deze woorden plopt een wirwar aan beelden en herinneringen op. Zijn ze uit dit leven, uit vorige levens of uit droombeelden? Het maakt niet uit. Het gaat om de kracht van de kern.
Tot zover beeld en verhaal. Maar wat moet ik er nu mee?
Blijkbaar laat ik me -nog steeds- gezeggen, geef ruimte en macht aan ‘iets’ buiten mij. Sterker nog, ik gebruik het al jaren als ‘schop onder de kont’ als ik iets heel erg verplichts moet doen. Iets wat alleen maar, tijdelijke, genoegdoening geeft aan de ‘machtige’. Een vorm van misbruik?
Het wordt de hoogste tijd om de weggegeven macht terug te halen. Om de ‘dominantie van ogen, woorden en dreiging’ geen onderdak meer te geven. Ik voel en zie nu in dat ik de angst van dat-/diegene heb overgenomen en doorgeleefd om voor elkaar te krijgen waartoe ik, volgens de ander aan hem/haar, verplicht ben.
Allereerst mag, ja móet dit deel terug naar de eigenaar. Daar hoort het thuis. Mag dat? Kan en durf ik dat? Raak ik dan niet ‘mijn-stok-achter-de-deur kwijt? Dit is een spannend moment. Het helpt me te realiseren dat, hoe vertrouwd het ook is, dat deel mij niet toebehoort. De angst, zwaarte en onrust van die ander kan ik niet overnemen, dragen of oplossen. (Dat lijkt wel zorgend en helpend, maar is eigenlijk onterecht toe-eigenend. Daarover in een volgende brief)
Ja, met horten en stoten trekt het zich uit mijn borstkas los.
Langzaam ontwaakt binnenin een licht, huppelend en blij gevoel.
Begrippen als Vertrouwen en Overgave dringen zich op.
(NB. Beschouw deze woorden slechts als communicatiemiddel. Etiketjes voor de ervaring. De woordwaarde kan ik je niet goed één op één overbrengen. Laat jouw waarde-woorden jou vinden!)
—-
Zo dan. Deze brief is opeens heel anders geworden dan van tevoren bedacht .
En, als refreintje in iedere brief, hoor ik graag van je of je er wat aan hebt.
Nee, het gaat niet om mijn verhaal! Ik hoop dat, wanneer zich dat bij jou voordoet, jij jouw blokkade weet te ontmantelen. Door ín je verhaal te duiken, door middel van de beelden en door te voelen in en aan den lijve! Dat wat niet van jou is, wat belastend en blokkerend is, terug te geven en… de ontstane ruimte te vullen met jou past!
Welke vorm je toepast: Schrijvend, tekenend, dansend. Mediterend, visualiserend, het maakt niet uit.
Je kan het alleen te doen!
Maar wanneer je je draaiend in een kringetje terugvindt, in vage mist verdwaalt of je fysieke of emotionele taal niet helemaal verstaat, kijk en luister ik graag met je mee.
Natuurlijk ben je te allen tijde welkom.
Maar deze keer wil ik je graag iets aanbieden.
Want, het dreigende ‘je bent nog niet jarig’ is komen te vervallen!
Morgen ben ik dat al weer voor de 58e keer.
Dus,
daarom,
bij deze!
Mail me vóór woensdag 4 juli 23:59 uur.
Vermeld of je binnen of buiten wil zijn en welke dagen/dagdelen jou uitkomen om ergens in de komende weken datum en tijd af te spreken.
Voor nu wens ik je volop licht, lucht en levenslust toe!
Deel, wat en met wie jij wil!
Ingrid
